Oisterwijkse boeren vooral gebaat bij duidelijkheid

4 maart 2020

In het kader van het lokale veehouderijbeleid schreef PIT Onderzoek eerder over de invloed van endotoxine op het politieke debat. Ook werden vraagtekens gesteld bij de ingeslagen weg die gemeente Oisterwijk neemt met het instellen van een klankbordgroep. In dit volgende artikel in deze reeks bespreken we of de belangen van boeren echt wel lijnrecht staan tegenover die van de burger – zoals in het publieke debat zo vaak geschetst wordt. Ook wat de boeren dan wél nodig hebben, komt aan de orde. Over deze onderwerpen praten we met Ellen den Hertog, docent aan de opleiding Dier- en veehouderij aan de HAS Hogeschool in Den Bosch.

Door: Pit Onderzoek / Silvester Klaasman

“Ik denk niet dat de belangen altijd tegenstrijdig zijn. Het is niet boer tegen natuur of boer tegen omwonenden. Boeren zijn niet pro-stank of pro-uitstoot van wat voor stof dan ook, maar zo wordt het soms wel gebracht. Ik denk dat dat komt doordat vaak in het nieuws komt dat boeren het niet eens zijn met aangescherpt (natuur)beleid. Boeren worden soms gedwongen hun bedrijfsvoering te veranderen terwijl ze zich altijd aan de regels hebben gehouden die op dat moment golden. Daarbij heb je verschillen tussen ondernemers en die ondernemers hebben vaak ook te maken met hoe ze het bedrijf geërfd hebben – vaak gaat het om familiebedrijven in de boerensector”, zegt Den Hertog. “Boeren moeten roeien met de riemen die ze hebben. En die riemen kan je niet van het een op andere moment aanpassen. Dat kost veel geld en tijd.”

Plan
“Elke ondernemer, boer of niet, moet strategische keuzes maken. Maar hier ligt ook de moeilijkheid. Die keuzes moeten zijn afgestemd op regeringsbeleid maar dat beleid kan relatief snel veranderen. Als je het hebt over stankoverlast en uitstoot van schadelijke stoffen, dan zijn boeren verplicht om in 2022 weer aan strengere emissienormen te voldoen, normen die aanvankelijk pas in 2028 behaald hoefden te worden. Boeren moeten daarvoor een flinke investering doen in de vorm van luchtwassers, zonder dat ze er iets voor terugkrijgen. Het betekent niet dat de boeren dan voor geuroverlast zijn.” “Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de horeca”, vervolgt Den Hertog. “Veel cafés hebben een rookruimte gebouwd, en nu krijgen ze te horen dat die ook niet meer mogen, terwijl er wel in is geïnvesteerd. Ik ben ook tegen roken, maar dergelijk wispelturig overheidsbeleid zorgt voor disproportioneel veel verlies in een dergelijke sector. In de veehouderij is dat hetzelfde.”

Een paar euro meer
“Als je kijkt naar de vliegsector, die biedt tickets aan waarmee je co2-neutraal kunt vliegen, die kosten dan een paar tientjes meer. Dat is heel slim natuurlijk. Waarom betalen consumenten dan ook niet een paar euro meer voor vlees zodat de opbrengstprijs van de boeren omhoog gaat en zo makkelijker geïnvesteerd kan worden in stank reducerende technieken?” Toch wijzen boeren nadrukkelijk met hun vinger naar Den Haag. “Waar boeren het meest bij zijn gebaat is duidelijkheid”, zegt Den Hertog. “Stel een boer wil op een andere manier zijn koeien gaan houden. Daarvoor moet een stal worden gebouwd, een melksysteem worden aangeschaft. Dat gaat over tonnen die over de periode van 25 á 30 jaar worden afgeschreven en de stal wordt gebouwd volgens de regels en met de kennis van dat moment.”

Duidelijke spelregels
“Waar de sector behoefte aan heeft, zijn duidelijke spelregels die voor een lange termijn vastliggen. Nu worden boeren geconfronteerd met investeringen die niet renderen, terwijl de marges al zéér dun zijn. Als die duidelijkheid er komt, zul je ook zien dat die belangen van de veesector helemaal niet zo tegenstrijdig zijn met die van omwonenden en natuurorganisaties. Uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: een duurzaam boerenbedrijf in een gezonde omgeving”, besluit Den Hertog.